Weten & Tech

Mans En Garde: vliegdekschip Karel Doorman

29-10-2011 12:00

 

Laten we een keer nostalgisch doen. Morgen kan de euro omvallen en wordt het droog brood met pindakaas. Geen Calvé, maar buurtsuper huissmurrie. Met zo’n vooruitzicht is het prettig om even weg te dromen naar de tijd dat we nog een wereldmacht waren, waarvan de palmen tot in de Oost de hemel in reikten. Een wereldmacht heeft vliegdekschepen, en wij hadden ze. Nou, eentje dan. Een kleintje. Wel een met alles erop en eraan. De Karel Doorman II. Iedereen hield van deze ‘Dikke Dame’. Zelfs de Papoea’s in de Oost. Zij dansten vreugdevol aan dek toen de Doorman in 1960 langskwam om het imperialistische Indonesië te imponeren.

De Doorman II werd net als de eerste (1946-1948) genoemd naar schout-bij-nacht Karel ‘all ships follow me‘ Doorman. Ook zij werd overgenomen van de Royal Navy. De Karel Doorman II was echter in tegenstelling tot de eerste geen verbouwde ‘bananenboot’, maar ontworpen als vliegdekschip. Uit de subtiel genaamde Colossus klasse. Een 1942 Light Fleet Carrier ontwerp gebaseerd op de Illustrious klasse uit de dertiger jaren. Uiteindelijk werden er veertien gebouwd. Acht in de Colossus klasse en zes in de iets grotere Majestic klasse. De Colossus klasse schepen zijn tot op heden de langst dienende vliegdekschepen uit de geschiedenis (1944-2001 Minas Gerais). Wat eigenlijk niet gepland was daar ze als ‘disposables’ ontworpen werden (grotendeels volgens Lloyd’s koopvaardijnormen).

Hawker Sea Hawk (foto: vlaggenschipsmaldeel5.nl, waar veel meer)
SeaHawksvlaggenschip5

 

Onze Dikke Dame R81 deed dienst van 1948 tot begin 1968. Onder de driekleur ‘haakte’ ze ruim achtduizend keer een toestel aan boord (of 12.600). Wat in het geval van vastvleugeligen altijd een controlled crash is. Het starten en landen werd wel een stuk veiliger na de grote verbouwing (1955-1958). Ze kreeg toen onder meer een hoekdek, een versterkt vliegdek en een deklanding spiegelsysteem. Daarnaast kreeg ze nieuwe radarsystemen en elektronica van Hollandse Signaal (HSA). Haar luchtdoelgeschut, waaronder nog een paar oude pom-pom tweeponders, werd vervangen door moderner Bofors 40/L70 geschut. Tot 40 mm moet je eigenlijk ‘mitrailleur’ zeggen in marinetaal. ‘Kanonnen’ betekent al helemaal kielhalen. De Marine doet het met kanons. Helaas aan boord tegenwoordig niet meer in meervoud.

Meervoud gaat zeker wel op voor de Doorman. Vele reizen werden gemaakt, vele rollen werden vervuld en vele vliegtuigtypen kwamen en gingen. Soms ruim voor ze ‘op’ waren. Sommige hadden zoals dat heet hun eerste set banden nog niet versleten of een nieuwe diende zich aan. De eenmotorige Sea Otter amfibie die korte tijd dienst deed op de Doorman voor de eerste heli’s de SAR taak overnamen, was het oudste ontwerp dat vanaf de Doorman opereerde (een Tiger Moth die er een keer op landde niet meegeteld). De Sea Otter was er nog zo eentje van doek met draadjes. Het Otter-oudje redde wel 25 mensen na de Zeeuwse watersnoodramp van 1953.

Alle boordvliegtuigen (foto: vlaggenschipsmaldeel5.nl)

 

Voor velen was de Hawker Sea Fury de mooiste aan boord. Een van de laatste jachtprops op hoog octaan. De 2500 pk achttiencilinder sleeve-valve Bristol Centaurus voorin gaf het toestel een top van 740 km/u. Wat niet idioot veel minder was dan de top van de meest potente jager die aan boord dienst deed. Deze Hawker Sea Hawk jet had een top van 958 km/u. Beide jagers deden het jachtwerk met vier Hispano 20 mm kanonnen. De Sea Hawk, opvolger van de Sea Fury, kreeg daarnaast de beschikking over Sidewinder infraroodgeleide lucht-lucht raketten.

Hawker Sea Fury (foto: wiki-Soesterberg Museum, upload van Russavia)
HawkerSeafurywiki

 

Met de Sea Hawks aan boord maakte de Doorman in 1960 haar tocht-der-tochten. Deze reis naar Nieuw-Guinea werd een wereldreis van bijna zeven maanden. Naast operationele Sea Hawks, TBM-3S en TBM-3W Avengers en S-55 heli’s voerde ze ook twaalf Hawker Hunters en twee Alouette III heli’s van de Luchtmacht mee. Deze werden op Nieuw-Guinea ingezet om de imperialistische Indonesiërs op afstand te houden. In totaal zouden er 24 Hunters ons laatste bolwerk in de Oost komen verdedigen. Wat zoals de geschiedenis leert niet gelukt is. Niet omdat we militair verloren. We verloren diplomatiek.

Grumman Tracker (foto: wiki, upload van Russavia)
GrummanTrackerRassavia

 

Na de afsluiting van dit tijdperk bleef de Doorman zich voornamelijk met het Russische onderwatergevaar bezighouden. Waar ze de tweemotorige Grumman Tracker voor aan boord kreeg om de Avenger op te volgen. Een nieuwe Sikorsky, de S-58, volgde de S-55 op. Zo had ze tot 1970 in dienst moeten blijven. Twee opeenvolgende branden in haar machinekamers vervroegden dit pensioen in 1968. Met pensioen ging ze echter niet. Nog lang niet. Na reparatie kreeg ze een derde leven en voer als Veinticinco de Mayo onder Argentijnse vlag. Waar ze in 1982, zij het zeer bescheiden, een rol speelde tegen voormalige Royal Navy maten uit haar eerste leven. Een leven dat uiteindelijk niet eeuwig duurde en net als vele andere Colossussen, voor haar in 1999 eindigde op een strand in India om in stukken gehakt vergetelheid te vinden. Vergeten wordt ze echter niet.

 

Hr. Ms. Karel Doorman (na 55-58 verbouwing)
Waterverplaatsing: 13.200 ton, 19.766 ton toegeladen. Grootste lengte: 213.50 meter -hoekdek 152 meter. Grootste breedte: 40 meter. Diepgang: 7.10 meter. Voortstuwing: twee stoomturbines van samen 40.000 pk, twee schroeven. Maximum snelheid: 24 knopen. Uitrusting: 1 stoomkatapult, twee dekliften, twee deklandingspiegels. Bewapening: 10 x Bofors 40/L70, 2 dieptebomrekken/werpers. Aantal boordvliegtuigen: typisch 20-22.

 

Met 213 meter 50 dank aan Doormanveteraan Steven Visser en zijn website www.vlaggeschipsmaldeel5.nl, waar alles over de Doorman en haar vliegtuigen is te vinden.

 

(Titelfoto: Milpedia, upload van WvanRosm)